Webzucht Columns Server


Waarin op een hete zomerdag een meisje haar geschoren schaamlippen toont aan een pendelaar met baard.
Carne Tremula (do 24 juli 2003)


Eens te meer zit ik op de trein van Brussel naar Kortrijk. Eens te meer heeft een radeloze landgenoot zichzelf een instant lobotomie toegediend door zich op een mooie zomeravond sierlijk voor de trein naar Poperinge te werpen. Noodgedwongen stap ik over in Gent. Een ultrahete IR-trein zal me naar huis brengen.

De zomer is duidelijk in het land. Na twee minuten rijden kleeft mijn broek al aan mijn knietjes en loopt het zweet over mijn rug. Bij mijn buur loopt zweet in druppels over zijn gezicht tot in zijn Davidsfondsbaard. Zijn schaarse haar hangt als een nat laken over zijn hoog voorhoofd. Langzaam bereikt verdoving mijn brein. Ik ben klaar om weg te zakken in een onverkwikkelijke mentale coma.

Maar de goddelijke voorzienigheid heeft voor verrassing en vertier gezorgd. In Deinze stapt een nog jeugdig en helemaal niet onknap meisje op. Om zich te beschermen tegen de warmte heeft ze een superkort rokje aangetrokken. Als ze tegenover ons gaat zitten blijkt in een flits dat ze daaronder wellicht nog niet zo erg veel aan heeft. De Davidsfondsbaard is als bij donderslag uit zijn diepe slaap verrezen.

Het is net alsof de temperatuur in de wagon nog met een paar hete graden toeneemt. Ik bekijk even onze fleurige medereizigster. Ik zie een meisje van een jaar of twintig, het blonde haar in een grappige retrostijl gestileerd. Felgroene ogen en een kleine mond met open lippen waardoor ze de hele tijd lijkt te oefenen op circulair ademhalen. Een klein rood topje met spaghettilintjes maakt het compleet en gunt ons een royaal zicht op haar longen.

Enigszins geanimeerd kijkt ze naar de man met de baard naast me en een brede glimlach glijdt over haar gezicht. De baard glimlacht ietwat ongemakkelijk terug. Er hangt wat in de lucht dat moeilijk beschrijfbaar is. De wulpse lady schudt het haar naar achter en laat zich in een wat makkelijker houding glijden. Haar korte rokje kruipt enkele cruciale centimeters omhoog. Vanuit mijn ooghoek zie ik hoe Baardmans zijn hoofd langzaam schuin achterover tilt om daarmee zijn gezichtshoek op haar kruis verder te optimaliseren. De trein is altijd een beetje gluren.

Zich van niets bewust kijkt het meisje naar de voorbijglijdende velden. In een slaperige uithoek van mijn brein vermoed ik dat ze erg goed weet wat hier gaande is. En dat er iets gaande is mag duidelijk zijn. Mijn bebaarde buur is verweven in een intergalactisch avontuur waarin hij met wazige blik weggezogen wordt in een dreigend zwart gat. Dat zwarte gat wordt door het onrustige gewrikkel van het meisje trouwens steeds beter zichtbaar. Een duidelijke bobbel begint zicht te vertonen in het textiel van Baardmans’ broek. Het meisje lacht nog eens en kijkt weer naar de drachtige koeien langs de berm.

En dan ontplooit zich voor mijn ogen het moment suprème van deze hete treinreis. Met een verbazingwekkend goed geacteerde nonchalance trekt onze vriendin haar knie op, plaatst haar rechtervoet op de rand van de zetel en knoopt rustig de veter van haar rechterschoen dicht. Ik denk niet dat Baardmans zelfs maar een vage glimp van die veter heeft gezien. Net als ik kijkt hij gefascineerd naar de nu volledig open en bloot geëtaleerde vleeswaren. Bij deze warmte waren zelfs een slipje of een petieterige string blijkbaar veel te warm.

Het effect komt verbijsterend snel en hevig. Waar ik na een fractie van een seconde de ogen afwend, zit Baardmans nu in een complete lethargie naar een paar keurig geschoren schaamlippen te staren. Zoals vaak niet echt ter zake, maken mijn gedachten een snelle sprong. Dit moet alweer een snode daad zijn van het ironische noodlot. Uitgerekend een man met een dikke baard op zijn kaakbeen staart indringend naar een stel haarloze lippen. Zijn wezenloze blik getuigt van de waarneming van deze merkwaardige betekenisverschuiving. De haarloze staat van de vagina benadrukt als het ware de doorbreking van het alledaagse leven, de verwachtte afloop van een treinreis, de wereld waarin baarden scheren een mannenzaak is. Het kan inderdaad verkeren.

Het meisje kijkt nu met flonkerende ogen uitdagend naar de baard. Ik vraag me af wat ze nu denkt. Houdt ze gewoon niet van ondergoed op warme dagen en vraagt ze zich nu alleen maar af waarom deze man zo getormenteerd naar haar knieën staart, of vindt ze het gewoon heerlijk dat onbekende mannen naar haar intimiteit gluren. Voelt ze een bijna bovenaardse roeping om met open benen een felle flits van leven te brengen in het anders door saaiheid overspoelde leven van een pendelaar, of wil ze gewoon eens een gezinshoofd met Davidsfondsbaard choqueren met haar gepiercete labia? Heeft ze een levenslang trauma opgelopen toen ze op tweejarige leeftijd van haar ouders niet meer naar haar eigen uitwerpselen mocht kijken, of weet ze zich gewoon geen raad met een wild om zich heen bijtende hysterie die van diep in haar uterus komt?

Maar zelfs de lange treinritten van Brussel naar Kortrijk zijn schromelijk te kort om een afdoend antwoord te formuleren op dit soort ontologische vragen. Nog voor ik mijn grondig door metafysica getrainde brein kan focussen op dit vrolijk zijnsmoment, staat het meisje plots recht. Keurig trekt ze haar rokje recht. Ze schenkt mijn buur nog een klein, lief knipoogje en verdwijnt dan door de deur. Drie seconden later floept het lampje van het toilet aan.
Gaat ze nu, overdenk ik, snel een onderbroek gaan aantrekken of geeft ze zich na deze ouverture in re kruis over aan meer intimistische praktijken?

verhaal door

Jeroen Thibaut

Commentaar []


Home


(Kopierecht behoort Jeroen Thibaut -- 2002-2003)